Doel:
Bewerkingen met breuken
Vooraf:
Kunnen de leerlingen aan elkaar/ of jou vertellen hoe je:
Voorbereiding:
Zorg dat je een IKEA-rad of spinner hebt.
Verder heb je de cirkel met de bewerkingen (blz. 4), kaartjes met de breuken (blz. 5-14) en per leerling een strook met plaatjes nodig om af te vinken (blz. 15).
Spelregels:
Leerling 1 draait de spinner of het IKEA-rad en kijkt op welke bewerking het rad of de spinner stopt. Dan trekt de leerling twee kaartjes met een breuk erop. De leerling lost de bewerking op. De medespelers zijn jury en beoordelen of het klopt. Klopt het dan verdient de leerling een plaatje, vinkt er eentje af op de kaart. Trek je een plaatje (potlood, lamp, appel of driehoek) dan moet je een beurt overslaan.
Degene die als eerste de 10 plaatjes heeft afgevinkt, is de winnaar.
Beoordelingen