Oefenen met het vervoegen van werkwoorden (tegenwoordige tijd).
Totaal 12 verschillende speelborden voor het oefenen met het vervoegen van werkwoorden + een leeg bingovel waar de leerlingen hun werkwoorden kunnen opschrijven.
Nodig:
Door het te lamineren kunt u het vaker gebruiken.
Hoe te spelen:
De spelers kiezen zelf negen werkwoorden van het bingobord en schrijven deze in de bingokaart. Je mag op een willekeurige plek beginnen op het bord. Speler A gooit de dobbelsteen en verplaatst het aantal vakjes wat gelijk is aan het aantal ogen op de dobbelsteen. Speler A leest het werkwoord voor en vervoegt het in de juiste vorm (wat overeen komt met het aantal ogen op de dobbelsteen). Als het goed is, mag speler A het wegkruizen op de bingokaart (als de speler dit woord ook heeft opgeschreven). Als het niet goed is, mag de speler het niet wegkruizen. Daarna is speler B aan de beurt. De speler die als eerst een volle rij/volle kaart heeft, heeft gewonnen.
Veel speelplezier 🙂
Beoordelingen